Door Beverlianne Green
Mijn naam is Beverlianne en ik ben recent verhuisd van Alaska naar Maastricht voor een masteropleiding Hedendaagse Kunst en Sociale Rechtvaardigheid. Bij mijn komst naar Maastricht wist ik dat ik betrokken wilde raken bij de gemeenschap en ervoor wilde zorgen dat mijn ervaring niet beperkt bleef tot de universitaire omgeving. Daarom leek Serve the City de perfecte organisatie om bij betrokken te raken. De flexibiliteit van de vrijwilligersdagen, de verscheidenheid aan projecten en de diversiteit van medevrijwilligers betekenden dat ik nieuwe delen van de stad kon ontdekken en mensen kon ontmoeten met wie ik anders nooit de kans zou hebben gehad. Deze januari mocht ik projectleider zijn voor mijn eerste Big Volunteer Day. Dit is hoe het verliep.
Serve the City’s Big Volunteer Day begon vroeg op een frisse januariochtend. Vrijwilligers verzamelden zich voor hun projecten, sommigen kwamen om te tuinieren bij Kinderboerderij de Heeg, terwijl een groep, samen met Maastricht University’s UNSA, werkte bij Groene Poort Oost. De vrijwilligers staken hun handen uit de mouwen met het verplaatsen van houtsnippers, het bouwen van trappen en het schoonmaken van dierenverblijven.
Na uren hard werken kwamen de vrijwilligers samen in de Social Hub voor de lunch, terwijl de middagploeg zich voorbereidde op hun taken. De kamer was gevuld met bijna 60 vrijwilligers, en de ochtend- en middagploeg deelden verhalen voordat de middagploeg vertrok naar hun projecten.
Twee groepen gingen die middag naar het COA Vluchtelingencentrum en nog een andere naar Stichting Radar Woonvorm Scharn. Vrijwilligers speelden spellen rondom carnaval en schminkten gezichten van de vluchtelingenkinderen, terwijl in de kamer ernaast de vrouwen van het centrum ontspanden en genoten van een schoonheidsbehandeling. Kinderen schreeuwden van opwinding terwijl ze vlinders en de vlaggen van hun thuislanden op hun wangen geschminkt kregen, terwijl de vrouwen genoten van handmassages en gezichtsmaskers. Bij Stichting Radar Woonvorm Scharn maakten vrijwilligers appelflappen en versierden maskers voor de komende carnavalsvieringen.
Ik had het voorrecht om projectleider te zijn bij de schoonheidssalon. Het begon langzaam, en de vrouwen druppelden langzaam binnen. Sommigen kwamen alleen even kijken, terwijl anderen zich aansloten op verzoek van hun vriendinnen. Terwijl de vrijwilligers nagels lakten en haren vlochten, begonnen er connecties te ontstaan tussen de vluchtelingenvrouwen en de vrijwilligers. De gezichten van de vrouwen lichtten op toen ze hun afgewerkte make-up zagen. De vrijwilligers boden elke vrouw persoonlijke aandacht, behandelden details zorgvuldig, lieten ruimte voor gesprek en bevorderden een ondersteunende en empathische sfeer. Ik bracht een gezichtsmasker aan bij een jonge dame, niet ouder dan 14. Ik reinigde voorzichtig haar gezicht met rozenwater en we bespraken hoe ze Maastricht vond. Ze koos hetzelfde gezichtsmasker als haar moeder, en nadat ik ze had aangebracht, zaten ze samen te fluisteren. Tegen die tijd waren er kleine meisjes de kamer binnengeslopen om te kijken hoe hun moeders hun nagels lieten lakken. De sfeer werd snel iets levendiger. Aan het einde van onze tijd kwamen er nog steeds mensen binnen en smeekten kinderen om hun haar te doen en vroegen wanneer we zouden terugkeren. De schoonheidssalon was een bijzondere manier om de vrouwen van het vluchtelingencentrum met zorg te behandelen en ruimte te geven om zichzelf prioriteit te geven.
Sommige vrijwilligers sloten zich vandaag aan omdat ze nieuw waren in Maastricht en wilden integreren in de gemeenschap, terwijl anderen studenten waren die betrokken raakten via hun universiteitsclubs. Een paar waren geboren en getogen in Maastricht, en voelden zich door hun afkomst verplicht om door te gaan met het teruggeven aan de gemeenschap die hen had grootgebracht.
Aan het einde van de dag hadden onze vrijwilligers een aanzienlijk verschil gemaakt in het verbeteren van de ervaringen van mensen in Maastricht en het dienen van hun stad.